Er is een punt bereikt waarop het niet meer geloofwaardig is. Waarop zelfs de top van de auto-industrie zegt: dit kan zo niet langer. Renault-baas Luca de Meo en Stellantis-topman Carlos Tavares hebben het hardop uitgesproken: de regeldrift vanuit Europa maakt auto’s onbetaalbaar. Niet voor de veelverdieners met leasebakken, niet voor de ambtenaar die z’n EV met subsidie en laadpaal cadeau kreeg. Nee — voor de gewone man, die straks geen kant meer op kan.
Al jarenlang wordt Jan met de Pet geacht de elektrische hobby van Jan-Pieter met de Sigaar te financieren. Terwijl de één krom ligt om z’n tweedehands benzineauto op de weg te houden, krijgt de ander duizenden euro’s subsidie toegestopt om in een glimmende, overgesubsidieerde elektrische SUV te stappen. Maar het houdt daar niet op.
De gewone burger krijgt er nog een schep bovenop: zijn auto wordt elk jaar duurder door wéér een reeks Europese eisen. Noodremsystemen, rijstrookassistentie, CO₂-doelen, snelheidsbegrenzers, zwarte dozen, extra camera’s, en ga zo maar door. Of je het wilt of niet, je krijgt het allemaal — én je mag ervoor betalen.
En wat krijg je dan? Een auto met obesitas. Want al die ‘slimme’ snufjes, die je niet kunt weigeren, moeten wel ergens in gebouwd worden. Dus groeit de auto in de breedte en lengte, zodat je je als automobilist in de stad tegenwoordig met je ‘schrap gezet stuur’ tussen parkeersensoren en stoepranden moet wurmen. De parkeervakken zijn al twintig jaar niet aangepast, maar de auto’s groeien als kool. Niet omdat wij dat willen — maar omdat de regels het afdwingen.
Volgens De Meo dreigt de Europese auto-industrie volledig klem te lopen. Innovatie wordt lamgeslagen door bureaucratie. Productiekosten stijgen, en de markt wordt steeds moeilijker bereikbaar voor de mensen voor wie de auto ooit bedoeld was: de gewone werkende mens. Tavares doet daar nog een schep bovenop: dit pad leidt regelrecht naar het einde van betaalbare mobiliteit.
En alsof dat nog niet genoeg is, moeten we ondertussen opboksen tegen goedkope Chinese merken die hier met open armen worden ontvangen — zónder al die Europese ballast. Die lachen zich rot: zij bouwen auto’s die voldoen aan de basis, en verkopen ze hier zonder problemen. Ondertussen moeten onze eigen fabrikanten door een moeras van regels waden voordat er überhaupt een auto van de band rolt.
Waar is het gezonde verstand gebleven? Waar is de ruimte voor betaalbare, degelijke, praktische auto’s die gewoon doen wat ze moeten doen? En wie neemt het nog op voor de mensen die élke maand moeten rekenen of ze de wegenbelasting nog wel kunnen ophoesten?
We moeten dit niet langer accepteren. Er is een grens, en die is bereikt. Als zelfs de bazen van de auto-industrie het niet meer kunnen of willen uitleggen, waarom blijven wij dan braaf betalen voor iets wat we nooit gevraagd hebben?
Dit artikel is een bewerkte versie van een origineel stuk geschreven door Autoredactie/HLN. Het originele artikel is te vinden [hier]